Natuurreservaat Stårbatjvare in Arjeplog, Foto: Frédéric Forsmark/Länsstyrelsen i Norrbottens län

Jonge bossen slaan koolstof op door fotosynthese. Maar voordat er een jong bos stond, was er een kaalslag, en daarvoor een oud bos. In dat oude bos was veel meer koolstof opgeslagen omdat de stammen dikker waren en dit koolstof wordt grotendeels uitgestoten als het hout wordt gebruikt om papier, pulp of brandstof van te maken. In Zweden verdwijnt meer dan 75% door de schoorsteen. Een groot deel van alle koolstof in bossen zit onder de grond, en daarvan verdwijnt ook veel als bossen gekapt worden. Het duurt lang voordat het opgroeiende jonge bos dit kan compenseren. Op een grotere schaal, bijvoorbeeld van heel Zweden betekent intensieve bosbouw  dat bossen gemiddeld veel jonger zijn dan natuurbossen, en daardoor veel minder koolstof binden.

Oude bossen zijn goed voor het klimaat omdat ze de koolstof ”vasthouden” in bomen en onder de grond in plaats van in de atmosfeer. Oude bossen, in het bijzonder op noordelijke breedtegraden, blijvenook koolstof binden in humuslagen, geholpen door schimmelnetwerken die samenwerken met wortels van bomen. Dit geldt zelfs voor bossen die vele honderden jaren oud zijn. De grootse voorraden koolstof wordt gevonden in oude bossen waar gedurende een lange tijd gen bosbranden zijn geweest. Lees meer over de koolstofcyclus.