Hout wordt gebruikt als brandstof en bouwmateriaal, maar ook voor papier, verpakkingsmateriaal, textiel en veel meer. Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe producten gebaseerd op hout. Politici en bosbouwbedrijven roemen de zogenaamde ’bio-exonomie’ die de fossiele economie moet vervangen, maar is er genoeg hout om alle olieproducten te vervangen? We moeten ons ook afvragen of alle houtproducten die er al zijn, zo nuttig zijn, zeker als we binnen de planetaire grenzen willen blijven. Om te beginnen kunnen we kijken waar het Zweedse bos voor gebruikt wordt.

Groei en productie

Levende biomassa in bomen in het Zweedse bos, exclusief beschermde gebieden. Bron: Riksskogstaxeringen.
  • Boomstammen groeien met ongeveer 128 miljoen m3 per jaar (2011-2015) wat overeenkomt met 97 miljoen ton droge biomassa als we ook de takken en stronken meerekenen (bron: Zweedse bosstatistiek).
  • De hoeveelheid levende biomassa (inclusief stronken) groeit met ongeveer 16.3 miljoen ton (droog) per jaar (zie Figuur).
  • De hoeveelheid dood hout in de bossen groeit met ongeveer 4.8 miljoen ton per jaar door natuurlijk oorzaken en vanwege de bosbouw.
  • Ongeveer 76 milj. ton (97-16.3-4.8), 75% van de jaarlijks groei, wordt gekapt, meer een flink deel wordt in het bos achtergelaten (bijv. takken, stronken). De hoeveelheid die wordt achtergelaten verschilt echter sterk (zie Mythe 1 voor een foto van een ”gestofzuigde” kaalslag).
  • 16 milj. m3 planken etc. worden geproduceerd (getal voor 2013 van de staatsdienst voor bosbouw), wat overeenkomt met 6.4 milj. ton biomassa, maar het gemiddelde over een langere periode is 4.3 milj. ton (bron: Zweedse milieudienst).
  • Resten van de jaarlijks productie, ongeveer 69 miljoen ton droge biomassa eindigt als product met een korte levensduur of brandstof, of blijft in het bos achter, bijv. als takken en stronken.

De koolstofbalans

Wat hebben het bos en de bosbouw voor effect op de koolstofbalans? 1 ton biomassa geeft ongeveer 1.83 ton CO2 bij verbranding, (en omgekeerd bij fotosynthese) en dus kunnen we concluderen dat het bos in Zweden ongeveer 178 miljoen ton CO2 bindt per jaar.

Hier gaan we ervan uit (enigszins optimistisch) dat constructiemateriaal voor altijd uit de koolstofcyclus verdwijnt en dat (enigszins pessimistisch) papier- en pulp-producten meteen weer in de atmosfeer terechtkomen. Er wordt dan 33 miljoen ton CO2 opgeslagen in de levende bomen, 9 miljoen ton CO2 in dood hout en 8 miljoen ton CO2 in bouwmateriaal. De rest, ongeveer 125 miljoen ton CO2 wordt uitgestoten door bio-enenergie, als papier- en pulp-producten (of doordat het in het bos blijft liggen). Dat betekent dat de uitstoot door bosbouw in Zweden twee keer zo groot is dan de alle andere sectoren van de economie samen (de negatieve post in de figuur is de netto opslag van CO2 en de uitstoot van bosbouwproducten is niet zichtbaar in de figuur). De CO2 uitstoot van de bosbouw wordt gecompenseerd door de opslag, maar als we het klimaatprobleem willen oplossen is het misschien niet zo slim om zo veel van de opslag in de bossen weer uit te stoten. De Zweedse milieudienst die de uitstoot moet rapporteren laat dus niet de uitstoot van de bosbouw zien, maar alleen de netto getallen (uitstoot – opslag) waardoor het moeilijk is om een goed beeld te krijgen van de orde van grootte. Er zijn nog een aantal complicerende factoren, zoals dat veel van de bosbouwproducten worden ge-exporteerd en dat een deel op vuilnisbelten kan belanden, waar de CO2 niet direct vrijkomt. Tegelijkertijd importeert (!) zweden bioenergiegrondstoffen en huishoudelijk afval van andere landen om te verbranden voor bijvoorbeeld stadsverwarming.

De energiebalans

De papier- en pulpindustrie gebruikt, samen met de industrie die houtproducten maakt, ruim 50% van alle energie binnen de industriële sector in Zweden (81.5 van de 155.2 TWh). Volgens de statelijk energiedienst stond bioenergie in 2014 voor 23% van de energieproductie in Zweden (130 van de 555 TWh totaal). Van de bioenergie in Zweden komt 90% uit de bosbouw. Andere bronnen zijn huishoudelijk afval en plantaardige en dierlijke oliën. De totale energieproductie van de bosbouw is dan 117 TWh wat betekent dat de bosbouw netto 35.5 TWh energie levert (of 6.5% van het totaal in Zweden). Als we de energieproductie uitdrukken met de vakterm Energy Return on Investment (EROI) geeft dit een waarde van 1.43 wat erg laag is vergeleken met als men het hout alleen zou kappen om bijvoorbeeld pellets te produceren, in welk geval man een EROI van ongeveer 20 kan halen. Als energieproducent is de Zweedse bosbouw dus erg inefficiënt, voornamelijk doordat de papier- en pulpindustrie zoveel energie gebruikt.

  1. Een stamvolume van 1 m3 komt overeen met ongeveer 0.756 ton droge biomassa (bron: Riksskogstaxeringen).
  2. Dit getal is iets hoger dan wat de Zweedse bosdient opgeeft, namelijk 91 miljoen m3 bos (2015, preliminair), of 69 miljoen ton droge biomassa
  3. De dichtheid van houtproducten is ongeveer 400 kg per m3.